Tot slot hebben we de achtste schaal, de planningsschaal, variërend van een LINEAIRE TIJDSCULTUUR TOT DE FLEXIBLE TIJDSCULTUUR.
in westerse culturen is de tijd lineair. De tijd is perfect in te plannen omdat natuurlijke factoren voorspelbaar zijn, en ook zaken als bijvoorbeeld het openbaar vervoer. Meetings verlopen in deze landen het liefst ook voorspelbaar. De agenda wordt vooraf bestemt, en de meeting dient ook precies de volgorde van agendapunten en de daarvoor bestemde tijd aan te houden. Loopt een punt uit? Dan wordt een volgende meeting gepland om het punt nog een keer te bespreken.
In niet-westerse Landen als in Afrika en Azië, is de tijd meer poly-chronisch, en flexibel. Openbaar vervoer is niet betrouwbaar, het weer ook niet, en daarom zijn mensen meer flexibel in het inspelen op de huidige situatie en hun perceptie van tijd.
Meyer haalt een voorbeeld aan waarin in Nigeria een Religieus leider beslist wanneer het vakantie is, waardoor een medewerker nooit 3 weken van te voren een meeting kan plannen: de vakanties zijn namelijk nooit van tevoren bekend.
Meetings in deze cultuur zijn ook flexibel. Agenda’s zijn minder belangrijk en in de meeting wordt besproken wat op dit moment het belangrijkste is. Punten worden niet afgekapt als de geplande tijd ervoor om is, maar het huidige probleem word besproken tot het opgelost is, ook al loopt daardoor de meeting een uur uit.