Het ui-model

Het ui-model van Geert Hofstede is een model om de cultuur te beschrijven en te typeren in de vorm van diverse cultuurelementen die schillen vormen rondom een kern, net zoals de schillen van een ui. (Zie onderstaande figuur)

De buitenste schil bestaat uit cultuurelementen die in principe gemakkelijk zijn aan te passen aan veranderende omstandigheden. Naarmate je dichter bij de kern komt, wordt het lastiger om veranderingen of gedrag aan te passen.

De buitenste schillen van ‘de ui’ worden gevormd door gedragscodes, rituelen procedures en helden, mythen en symbolen. Ze gaan over de eerste dingen die je ziet in cultuur.

Symbolen,  de buitenste lagen zijn tastbare zaken, zoals kleding, haardracht, gebruiksvoorwerpen, muziekinstrumenten en kunst. In Nederland kun je denken aan de rood-wit-blauwe vlag, schaatsen, fietspaden, grote ramen, open gordijnen, brood, melk, lange mensen, kunstvoorwerpen en de manier waarop ze zich kleden. .

Helden, De op één na buitenste laag van de ui bestaat uit helden. Helden zijn personen (dood of levend, echt of fictief) met eigenschappen die in een cultuur hoog in aanzien staan en daarom fungeren als rolmodellen. Het koninklijk huis, Vincent van Gogh, bekende Nederlanders,heer Bommel  en Johan Cruijff,  zijn enkele voorbeelden van helden uit de Nederlandse cultuur.

Rituelen, De laag die het dichtst om de kern heen ligt, bestaat uit rituelen. Dit zijn collectieve activiteiten die overbodig zijn om het gewenste doel te bereiken, maar die in sociaal opzicht wel belangrijk zijn. Voorbeelden van rituelen zijn: groeten, verjaardagen sinterklaas , oranje gekte, eten met mes en vork en huwelijksplechtigheden.

De kern van de ui wordt gevormd door waarden. Deze geven aan welk gedrag als goed of slecht, als normaal of abnormaal, als rationeel of irrationeel wordt beschouwd. Dit zijn zowel geschreven als ongeschreven regels voor correct en gewenst gedrag.

Is het de gewoonte om op tijd te komen op een afspraak of is het niet zo erg als je wat later komt? Is vijf minuten te laat dan nog acceptabel en een half uur niet? Dit zijn voorbeelden van normen. Het zijn opvattingen over hoe mensen zich in een situatie wel of niet dienen te gedragen. Waarden zijn opvattingen over wat wenselijk is, zoals respect voor ouderen, veiligheid in het verkeer en leefbaarheid. Al op jonge leeftijd – voordat je zeven bent – leer je ze al en ze beïnvloeden je hele verdere doen en laten. Juist omdat die waarden moeilijk waarneembaar zijn voor een buitenstaander leiden ze vaak tot miscommunicatie in interculturele contacten. En dit is nu precies waar het om gaat bij interculturele communicatie: bewustwording van de basiswaarden van je eigen cultuur en herkenning van de basiswaarden van andere culturen. Alleen op die manier kun je creatiever en effectiever communiceren met mensen uit andere culturen.

De Nederlandse normen en waarden zijn gebaseerd op:
– Vrijheid
– Gelijkheid
– Solidariteit
– Participatie

Deze laag van cultuur is het meest onzichtbaar en daar zijn we onszelf vaak niet eens bewust van. Je leert ze namelijk al voor je zevende en je hebt niet door hoe ze je waarneming beïnvloeden. Bij interculturele communicatie gaat het erom je bewust te worden van deze basic assumptions.

Bijvoorbeeld:

het lot of de natuur beslist <------> de wereld is maakbaar
de mens is goed <------> de mens is slecht
mensen zijn gelijk <------> mensen zijn niet gelijk


De eerste stap om inzicht te krijgen in de cultuur van een land, is om je zo goed mogelijk te informeren, verdiepen over de cultuur van het land . Spreek met anderen die de cultuur kennen,  bekijk documentaires, verdiep je in nationale helden, zoals schrijvers, sporters en kunstenaars. Laat je verrassen en kijk ernaar zoals een kind naar de wereld kijkt: nieuwsgierig, onbevangen en zonder te oordelen. Hoe je daadwerkelijk het beste met iemand anders communiceert, ervaar je door met oprechte nieuwsgierigheid naar de ander te luisteren en vervolgens je gedrag hierop af te stemmen.


Arm?
Enkele stamhoofden van de Griekwa, een stam die behoort tot de Zuid-Afrikaanse bosjesmannen, bezochten Amsterdam. Weer terug in Zuid-Afrika vertelden ze tegen de achterblijvers: “Arme mensen daar in Amsterdam, ze hadden niet eens land om geiten te houden.”